Ook bijzonder was de vondst van een skelet, waarvan de armen in de schoot lagen, alsof de persoon in biddende houding is bijgezet.  Van Giffen gaf ook een opsomming van gevonden naturaliën. Dit zijn beenderen van huisdieren. Ook bij de skeletten zijn bijgaven gevonden.   

Van Giffen stelt aan de hand van de gevonden urnen en skeletten vast, dat hier sprake is van een grafheuvel uit de vroeg Karolingische tijdperk. Dit is globaal de periode tussen 600 en 825. Ook stelt hij vast dat het grafveld op een kunstmatig opgeworpen heuvel, op een lichtzoute kwelderbodem ligt. Het lag in die tijd aan de oever van een kreekje in een voor open zee gelegen kleilandschap. Het bevond zich op een rijpe, niet uitgeloogde, maagdelijke kwelderbodem met zwakke fluviatiele invloeden. Van Giffen vond eveneens sporen van een maritieme opslibbing in de Karolingische tijd, hetgeen bevestigde dat de geschiedenis van de dijken op die van de wierden volgt.


De vondsten.

Bij de opgravingen zijn voorwerpen gevonden van verschillende oorsprong tijdperken. De soorten, die we onderscheiden zijn:

A. Urnen met bijgaven en losse vondsten;

B. Skeletten en naturaliën.  groep A laat zich nog weer onderverdelen in:

- urnen van geïmporteerd aardewerk met bijgaven en

- urnen van inheems aardewerk met met bijgaven.


Urnen van geïmporteerd aardewerk.

Dit is in het algemeen op de draaischijf vervaardigd en in een oven gebakken. Van deze groep is slechts één gaaf exemplaar gevonden, gevuld met gebrande beenderen van volwassen mensen.

Als bijgaven vond men een benen kam, 2 aaneen gesmolten glazen kraal resten, talrijke fragmenten van een klein kogelvormig potje van geel aardewerk en enkele onbepaalde stukken sterk geoxideerd ijzer.

Een andere vorm van urnen uit deze groep is de omgekeerde ei-tot kogelvormige potten, al of niet versierd. Hiervan zijn een aantal potten gevonden, meer of minder beschadigd en na het opgraven gerestaureerd. De vormen zijn pompoen-, peer- en buikvormig. De urnen zijn al of niet versierd met lijnvormige versieringen en van verschillende kleur aardewerk, zoals leikleurig en geelkleurig. De inhoud van de urnen zijn menselijke resten. Van één urn vermeldt van Giffen, dat de menselijke resten een jonge vrouw betreffen. De bijgaven zijn over het algemeen onherkenbare ijzerresten. Verder een fragment van een onversierde grove kam, een vermoedelijk deel van een ijzeren gesp, een sterk geoxideerd ijzeren mesje, een fragment van een éénzijdig snijdend zwaard (Scramasax) of een groot meslemmet.

In vergelijking met andere grafvelden komt van Giffen tot de conclusie, dat het geïmporteerde aardewerk afkomstig is uit de gebieden langs de Rijn.

Lees verder

Vorige

© Rijks Universiteit Groningen