Het proosdij ook wel dekenaat genoemd, Farmsum omvattte het gehele Oldambt en het oosten van Fivelingo. Lees verder

Omstreeks 1335 ontstaat er meer duidelijkheid omtrent het geslacht Ripperda. In dat jaar wordt Unico Ripperda geboren. Deze Unico (Unico 1) komt in vijf verschillende oorkonden voor als Unico, Uniko maar ook Umke, Oncko en Oeneke. Met de Onsta’s, Addinga’s, Van Ewsums en Manninga’s behoren de Ripperda’s vanaf die tijd tot de machtigste  Ommelander hoofdelingen-geslachten. Ze bezitten verschillende rechten zoals het redgerrecht (rechtspraak), jacht- en visrechten, zijl- en dijkrechten enz. De Ripperda’s krijgen het dekenaat Farmsum in bezit; aan dit ambt zijn onder andere het collatierecht (recht om de pastoor, onder-wijzer en personen in verschillende ambten te benoemen) verbon-den en het recht om belastingen te innen.

Het geslacht Ripperda bestaat aanvankelijk uit drie hoofdtakken, nl. de takken Farmsum, Oosterwijtwerd en Winsum.

De Ripperda’s verspreiden zich daarna over alle gewesten. Ze bekleden belangrijke bestuurlijke en militaire functies. Hun aanzien, macht en rijkdom nemen snel toe. Door huwelijken weten ze hun invloed ook naar het buitenland uit te breiden. De Ripperda’s worden een wijdverspreid geslacht met takken in: Oost Friesland, de Ommelanden, Drenthe, Gelderland, Overijssel, Westfalen, Pruisen, Oostenrijk, Hongarije, Spanje en Denemarken.